Het verhaal van brouwerij Eylenbosch begint al op het einde van de negentiende eeuw in Schepdaal, een gemeente in het Pajottenland vlakbij de hoofdstad Brussel. Oprichter Emile Eylenbosch, geboren in 1861, was al op jonge leeftijd bezig met bier brouwen. Hij huurde daarvoor enkele gebouwen van Jean De Troch. Toen die laatste in de jaren 1880 de overeenkomst beëindigde, liet Emile Eylenbosch hem verstaan dat hij aan de overkant van de straat een nieuwe brouwerij zou bouwen. Eentje die wel drie keer groter zou zijn.

En zo geschiedde … De oprichting van brouwerij Eylenbosch in 1886 was het startschot van de felle concurrentie tussen de families Eylenbosch en De Troch. Vanaf 1894 was de nieuwe stoombrouwerij officieel geregistreerd als eigendom van Emile Eylenbosch. Nadien zou het complex nog een paar keer uitbreiden. Zo is de imposante brouwtoren vermoedelijk rond 1930 gebouwd.

Zo’n honderd jaar lang werd de brouwerij met succes uitgebaat door opeenvolgende generaties van de families Eylenbosch en Valkeniers. Eind jaren ’50 kregen heel wat brouwerijen in het Pajottenland het moeilijk, de smaak van de consument was geleidelijk aan het veranderen. Ook voor brouwerij Eylenbosch luidde de groeiende populariteit van andere bieren de teloorgang in.

In 1975 probeerde de Engelse groep Whitbread als nieuwe eigenaar het tij tevergeefs te doen keren. In 1989 verkochten ze Eylenbosch aan Brouwerij Mort Subite, die toen al zelf voor 50% deel uitmaakte van Alken-Maes. In 1991 werd er voor de laatste keer bier gebrouwen in Eylenbosch. Nadien deed de brouwerij enkel nog dienst als opslagruimte, en de brouwinstallatie werd volledig ontmanteld.

Familie De Keersmaeker

In Kobbegem was de familie De Keersmaeker al generaties lang bier aan het brouwen. Hun brouwerij Den Hert maakte tijdens het interbellum een speciale belge Hert Ale, en in de jaren 50 zou Kob Pils populair worden, naast Bock tafelbier, Kobbrau exportbier en Gueuze Den Hert.

In de jaren 70 sloot André De Keersmaeker een overeenkomst met de familie Vossen, uitbaters van het bekende Brusselse café À la Mort Subite die ook hun eigen gueuze staken, en nam hij het merk Mort Subite over. Hij besloot enkel nog te focussen op de lambiekbieren als traditionele specialiteit van Pajottenland  Brussel Zennevallei, en bracht ze allen uit onder de naam Mort Subite. Het grote succes dat de brouwerij De Keersmaeker had met de gueuze en lambiekfruitbieren onder dit mooie merk, maakte dat ze meer lambiek nodig had en daarom ook de brouwerij Eylenbosch in 1989 overnam. De merken Mort Subite en Eylenbosch bleven naast mekaar bestaan.

De Brouwerijen Alken – Maes nemen later alle aandelen van de familie over, en zo verdwijnen de De Keersmaeker’s uit beeld.   Alken Maes gaat zich vanuit Kobbegem enkel focussen op Mort Subite, en de Brouwerij Eylenbosch wordt stilgelegd en ontmanteld.

Erik is de vierde generatie in de brouwersfamilie De Keersmaeker. Aanvankelijk sloeg hij een volledig andere weg in. Hij bouwde een succesvolle carrière uit bij grote bedrijven zoals Mars, Kraft en Disney.

Maar zijn roots is hij nooit vergeten. Erik is immers opgegroeid in de brouwerij. En daarom besloot hij de draad terug op te pikken.

Verkooppunten